Archive for 12 mei 2007

Shanghai – deel 4, de buitenwijken

12 mei 2007

Behalve Gucci en Chanel die tot een heel eind buiten het centrum weten te komen, is er ook in Shanghai een punt waarop de stad verandert in buitenwijken. De wijken die er niet echt bij horen, waar meer mensen die minder te vertellen hebben in kleinere ruimtes wonen. Misschien met meer verhaal, maar er wordt niet naar ze geluisterd.
In de buitenwijken wonen de buitenbeentjes. De mensen die buiten de boot vallen. De buitenproportioneel armen, de viezen en zij die hun toekomst beschouwen als iets wat er niet is. Want het leven met de dag biedt al zo weinig perspectief.
Oh nee. In China is dit de gewone man, die hier toevallig terechtkwam.

Ta Sun kwam uit Huainan. Een stad in het midden van het arme Chinese binnenland dat het moet hebben van steenkolenmijnen. Hij was golfbuddy voor een man van stand en behalve slenteren met clubs en ballen verzorgde hij zijn zieke moeder zodra hij daar tijd voor had.
Maar iemand vond dat hij daar weg moest, een toekomst verdiende. En terwijl hij nog een golfbuddy was, mocht hij plots op Engelse les en chauffeur worden voor een baas uit Nederland. Hij kreeg geld voor een huis en beter eten en zijn Engels werd toereikend. Hij verhuisde en ging wonen in een buitenwijk van Shanghai.
De mensen daar die het echt niet beter hadden, keken op hem neer -als ze al zagen dat hij er was. Maar zijn familie vond hem een held. Want hij was in de stad, in de ‘echte’, grote stad en hij verdiende meer dan waarvan zij ooit dromen konden. Hij had de kans gegrepen om te vertrekken, en te netwerken met buitenlanders. Contacten die zij nooit hadden gehad.

Ta Sun is mijn neef. En tot een paar maanden geleden had ik hem jaren niet gezien. We kwamen elkaar tegen in Huainan. Ik zag dat hij gegroeid was, maar ook vermagerd. Een ielig manneke. Verlegen en in zijn vragende ogen zag ik lijden.
Hoe het met hem ging, daar kon hij kort over zijn: het ging goed. Hij was weer terug in zijn geboortestad en na een paar jaar hard werken in -toch- de mijnen, was hij nu taxichauffeur en had hij ook een autootje aangeschaft. Een gele, en van alle taxi’s die er reden was die van hem het hobbeligst, het warmst en het kleinst. Zijn Engels was belabberd geworden, er was amper nog een woord dat hij fatsoenlijk uitsprak. Waar was die veelbelovende jongen gebleven, die Engelssprekende chauffeur in Shanghai, die een kans gehad had. Mijn hart scheurde in tweeën. Maar hij had alles voor zichzelf. Waardoor hij een arme, maar trotse man in de nabijheid van zijn familie geworden was.

Vaak niet ver van de armen wonen de extreem rijken.
Het zijn de buitenbeentjes aan de andere kant van de medaille. De medaille van goud en die hangt om de dikke nekken van mensen in villa’s met hekken en bewaking. Met een zwembad en tennisbanen voor niemand die het gebruikt. Want koffie drinken, een internationale krant en je bemoeien met de ander en het groepje waar je buiten valt is een tijdrovende bezigheid. De Chinese spek bakt tenslotte lang niet zo lekker als die in Nederland.
Compounds en villawijken. Soms maar een bushalte verwijderd van de mensen van hierboven, van het volk, dat de groente poetst in de winkels van de buitenlanders. In de expatstores voor hen die de luxe bezitten van het vrijuit praten en het klagen en die de macht hebben om om betere bediening te vragen. En daarmee het leven kunnen bepalen van een willekeurige Chinees die er in zijn eentje gewoon niet toe doet. En dus indien nodig voor de grote monden zal moeten wijken.

Geld geld geld. Gucci en Chanel. En heel veel rijken. En mensen die niet weten wat trots betekent, zonder daarbij op anderen neer te kijken.

Ze zitten bij elkaar op de lip. In de gebieden waar de tegenstellingen groot zijn, waar het gebeurt, en de waar de grenzen van wat nog kan en wat niet moeilijk te trekken zijn.
Maar die nergens duidelijker worden dan daar zodra het de rijken niet bevalt. Mensen en mensen. Het rijke schorem en het trotse volk. Lang leve de buitenwijken.

Regen

9 mei 2007

Strakke lijnen regen trekken strepen door de lucht. Het doek valt, de dag kruipt triest de avond in. Een auto komt. Ronkt, toetert een keer en wacht. Op mij.
Licht uit.
Een paar stappen naar de deur. Trapje af, stukje stoep naar de straat. Vier meter blijft over.
Een druppel in mijn gezicht, een traan, maar niemand die het ziet.
Ik stap in.
Ze kijkt naar me, knijpt een oogje dicht.
En we gaan.

los

8 mei 2007

Het is niet altijd goed to let things calm down.
Soms moeten de dingen nu en onverstandig.

Fijn. Maar ook een vrijgeleide. Een rode loper naar gevaar.
Net als roken ‘als de situatie er naar is’.
Onbeheersbaar.
En moet daarom in een hok.
Met de sigaretten en een slot erop.

(Maarja. Ik heb geen hok.)

meer meer meer

7 mei 2007

Dat je jezelf altijd overal mee naartoe neemt, dat weet ik maar al te goed. En al jaren reis ik mee met mezelf en een lijstje in mijn hoofd. Een lijstje dat met de tijd wordt aangepast en waarop een aantal dingen staat waarvan ik mijn leven lang elke keer een nieuwe wil. Ondanks het feit dat ik mezelf niet als een hebberd beschouw.
Ik blijf er maar achteraan jagen. Ik zoek me rot, en krijg het soms. Maar ze lijken sneller op te gaan dan dat ik ze vindt. De beperkte houdbaarheid irriteert me ervan. En ik heb het gevoel dat ik aan de gang blijven kan. En er toch wel verrekte veel voor moet doen.

Je krijgt ze nooit zonder moeite. Het enge is dat ze zo kunnen tegenvallen. Maar uiteindelijk loop je toch met opgeheven hoofd naar de volgende toe. En kun je die uitdaging aan. Want zonder uitdaging, zullen die ervaringen er ook niet toe doen.

blik open

5 mei 2007

Hij stond tegen het aanrecht geleund. En keek hoe zijn vriendin een bord voor hem volschepte. Doorgekookte aardappels, snotterige groente en een worst met jus. Het kwam onder een magnetrondeksel vandaan. Meneertje zelf stond er bij te kijken alsof het de normaalse zaak van de wereld was. Vriendin vond het ook doodgewoon dat ze het prakje voor vriendlief in de magnetron zou zetten. Want dat kon hij zelf niet.

“En jij gaat vanavond aan de komkommer?”, vroeg hij mij met een licht ironische ondertoon.
De courgette laag braaf gesneden en gepeperd op de snijplank te wachten tot hij de pan in kon.
Ik vroeg me af wat ik zou zeggen voordat de rotopmerking uit mijn mond zou ontsnappen. Maar ik hield me in, en uit medelijden leerde ik hem wat het verschil tussen een courgette en een komkommer was. Ik vertelde hem over het grote wonder van de pijnboompit en dat basilicum gewoon buiten op het terras staat.
Hij vond het fantastisch.
Vriendin zei niets.
En of dat was omdat ze dit alles zelf ook niet wist, of ze zich schaamde voor haar onwetende vriend, dat weet ik niet.
Misschien realiseerde ze zich wel dat er meer is onder de horizon dan worst, jus en af en toe eens de oriëntaalse afhaalbami. En dat je in het jaar 2007 meer verwachten mag van jezelf en je lieve naïeve vriend.

Ozark Henry

3 mei 2007

Mooi hoor.

Vooral zichzelf, maar toch ook met een vleugje Moby en een snufje Dave Matthews.
En hoeveel van dat alles, dat weet ik dan niet.
Ik denk net zoveel als glamour en zout.