‘Je rijdt precies als hoe je bent.’
‘Hoe dan?’
‘Ongecontroleerd, onbesuisd en grillig.’
‘Dank je schat.’
‘REMMEN!’
We vlogen de bocht door. Uit.
De volgende dag stond er geen Volkswagen maar een andere toet voor de deur. En m’n nek doet zeer.
Een ongeluk noemen ze dat. En dan zeggen ze dat je geluk hebt gehad.
Nou bedankt. Laat het hele gebeuren maar zitten hoor, de volgende keer.
Mijn god zeg, zijn ze over hun figuurlijke grens heen gegaan? Het gras is ook altijd groener, als je je kaart niet verwijderd…
Ik ben gewoon meer van paarden dan van auto’s. Die hoef je tenminste niet in hun bek te kijken en het gaat stuk-ken sneller…hop en je bent er. Anderhalf uur, doorgaans.
Maar dat is alleen als die wit is, als in schimmel paard…
En zo kom je al snel bij tropische ziektes van vleermuizen, schimmels van Sinterklaas en op een brommer door de blubber terwijl je laarzen nog bij de grens staan. Wat doe je dan? Terug of verder gaan?
Verder gaan, altijd verder….