‘Ik weet zeker dat ik het de vierde keer kan. Alleen die eerste drie keer, daar struikel ik over.’ Het is avond en de Denker staat op het dak. Beneden staat de Dromer hem op te wachten.
‘Wat?!’ roept de Dromer naar hem vanaf de grond.
‘Ik weet zeker dat ik het de vierde keer kan, alleen die eerste drie keer daar struikel ik over!’
‘Stuikel je over!?’ roept de Dromer hem van beneden toe.
‘Nee! Dat ik het kan!’ De Denker zucht. ‘Alleen,…’ Hij kijkt naar de pannen en naar zijn schoenen. Straks zet hij een stap over de rand naar de grond. Zijn voeten worden groter en groter.