pottenparty

Het was voor het eerst in mijn leven dat ik zo dicht bij ruziemakers kwam. Ze waren met z’n vieren. Twee hingen aan een tafel, twee zaten overeind met hun ellenbogen op de knieën. Benen wijd. Vrouw.
Tenminste, volgens de biologie dan.
Ik keek naar ze en zou bijna zweren dat ze teruggromden.
Ik maakte me uit de voeten, want dit was serious business en ging naar de andere kant van het café.

Daar bleken de stelletjes geen meter van elkaar te kunnen wijken. En op alle vierkante meters die er waren, stonden stelletjes.
Plak. Alsof er stroop in de lucht hing en een te strak gespannen elastiek was vastgemaakt werden alle vrijgezellen goed in de gaten gehouden door de ex-, huidige en toekomstige lovers van eenieder waarmee ik sprak.
Elke tien minuten werd de huiselijke beschermhengel handig binnengehaald en moest de vis die je toch nooit zult vangen terug naar het jaloerse baasje.
En anders kwam het baasje wel naar de vis.
Het kon mij weinig schelen.
Links van me ging een koppel al ruziënd naar huis, de een had niet gewild dat de ander met een ander danst.
Rechts van me stond iemand bij haar vriendin alsof ze aan haar was vastgeniet en voor me was het een komen en gaan van jaloerse blikken en een hoofdschuddend ‘nee’.
Ik kreeg het benauwd, dronk een Cosmo, dronk nog wat, en toen de boel achter me eenmaal escaleerde kreeg ik klappen mee.
Pottenruzies.

Je kunt beter tuinieren.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *