Goed

Op station Doetinchem-De Huet schijnt te zon en er staan twee Chinezen. Ze moeten met de trein mee. Ik zit op een bankje, en dat is de Chinezen niet onopgemerkt gebleven. Druk pratend komen ze naar me toe…..’Heeeeeee…..uuhhh….’ (bla bla bla bla bla) zeggen ze in het Chinees tegen mij. Druk pratend wijzen ze naar mij en ook naar de kaartjesautomaat.
‘Moet ik helpen?’ Wijs ik naar mezelf.
Ze wijzen en praten druk.
Ik neem aan dat dat ja is.
‘Da Ha Sa!’ zeggen de Chinezen.
‘Wat?’ kijk ik ze aan.
‘Da Ha Sa!’ Het idee van in dezelfde onverstaanbare taal harder gaan praten is ook in China doorgedrongen.
‘Da Ha Sa. Da Ha Sa’ herhaal ik. ‘Hm.’ Het toeval wil, dat ik anderhalf jaar in rochelend China heb gewoond, en er vast nog wel wat van die periode in mijn geheugen is achtergebleven, als ik even diep graaf.
Ik probeer me bladzijde 1 van hoofdstuk 1 van mijn beginnersboek Mandarijn weer voor de geest te halen.
Aha. Daar is ie.
Daar gaan we.
‘Ni hao, ni qu nar?’ Ik kijk de twee Chinezen aan, die met muntjes van twee euro in hun hand druk staan te doen. Does this make any sense? vraag ik me af.
De spleetogen vallen stil. Heb-ben-zij-even-alle-geluk-van-de-wereld!
En dan beginnen ze uit te leggen. Hoe ze hier zijn gekomen, waar ze vandaan komen, met hoeveel mensen ze gaan en dat drieëndertig euro niet klopt voor een enkele reis naar Da Ha Sa, mij inmiddels bekend als Den Haag Centraal.
Ik druk op wat knoppen. Nog steeds drieëndertig euro, maar dan zie ik dat het lampje ‘eerste klas’ brandt. Ik druk op ‘tweede klas’ en probeer ze uit te leggen waar het ‘m in zit. Tweede klas, eerste klas, dat hebben ze niet eens in China. Laat maar, de prijs springt op twintig euro negentig. Met de vraagtekens op mijn voorhoofd kijk ik ze aan.
Zo is het goed.
De muntjes vallen in het apparaat, de zon schijnt op station Doetinchem-De Huet en de Chinezen kunnen naar Den Haag Centraal.
Klaar.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *