Spijt (en bagagedrager .. als je luistert naar de wolken)

‘Ik ben ongelukkig.’ De denker ligt met zijn hoofd op tafel.
‘Ow. Waar komt dat vandaan?’ De dromer schuift de laptop opzij.
‘Dat komt van het ongeluk.’
‘Nee, dat kan niet. Je bent ongelukkig met reden. Er moet iets zijn met een oorzaak.’
‘Zo zo.’
…..
‘Het ongeluk had nog wat ellende over en heeft dat over mij uitgestort. Dat is de reden.’
‘Oorzaak.’
‘Dat is de oorzaak.’
….
‘Dat kan ik me niet voorstellen.’
‘Is er niet iets wat jou ook ongelukkig maakt?’
‘Nee, dat niet. Maar ik heb tegenwoordig wel spijt. Echte spijt.’
‘Oh. En hoe komt dat?’
‘Dat komt doordat ik een tijd geleden iets stoms heb gedaan. En als ik het over mocht doen, dan zou ik het niet nog eens doen.’
‘Nee?’
‘Nee.’
‘Niet zoals de rest van je leven?’
‘Niet zoals de rest van mijn leven.’

De denker komt overeind. Bekijkt de woonkamer.

‘Is het roken?’
‘Nee het is niet roken.’
‘Is het verhuizen?’
‘Nee, dat is het niet.’
‘Dat schilderij. Daar moet je spijt van hebben.’
De dromer knikt van niet.

‘Een tijd geleden. Heb je er nu nog last van?’
‘Ja.’
‘Oh.’
….
‘En je kan het niet ongedaan maken?’
‘Nee. Hoe gaat het?’
‘Beter.’

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *