Archive for the ‘Riekster op reis’ Category

Zit, en af

25 september 2007

‘Dat kan ik ook’ dacht ik vol goede moed toen ik mijn gids zonder stoeltje op een olifant zitten zag. Ik denk, ik moet hier weg op dat koloniale ding, ik moet ook in die nek. Tussen flapperende oren en harde prikkende haren. Het mocht. Ik zag er denk ik olifantbetrouwbaar uit.
Dus we gingen. De rivier op, stroomopwaarts, stap voor stap waren wij beste maten. De olifant, en ik net achter zijn kop.
Tot het beest zich omdraaide, dorst had, dacht dat het beneden leuker was en vrolijk begon aan de afdaling.
Als zo’n beest dan dus naar voren buigt, donder je dus gewoon naar voren. Geen olifantenflapoor die dat nog tegenhoudt.
Ik was blij dat de gids mijn fototoestel in zijn handen had.
Je moet niets doen op zo’n eiland. Wordt onmiddellijk afgestraft.

—–
Gisteren ben ik ook al door mijn enkel gegaan. Probeert iemand mij hier duidelijk te maken dat ik gewoon eindelijk eens op mijn kont moet gaan zitten? Bij deze: I rest my case…

Tribute to the survivors of the killing fields

21 september 2007

En je vraagt je af waarom er hier geen oude, echt oude mensen zijn.
En je vraagt je af waarom hier zoveel meisjes worden verkracht.
Vragen over waarom je vindt dat een zwerfkind het ei van je bord niet pakken mag.
Maar moet wachten tot je uitgegeten bent.
Ik drink nog even een Angkor bier.
Ik ga nog even naar een familie, en breng daar morgen een brief aan een moeder.
Daarna ga ik weg van hier.

Tien jaar geleden stopte de oorlog, de mijnen liggen nog aan de kant van de weg.
De killing fields die ik vanaf de brommer zie.
Ik ben er vol van.
Van het zien hoe het leven ook, anders, zijn kan.

Neem een minuut als je daar zin in hebt. En klik.
Geen mijn.
Maar een filmpje hieronder.
Een filmpje over een land dat nog steeds met een trauma zit.
Maar waar de mensen zo prachtig zijn.

Over grenzen

18 september 2007

Waar de grenzen in vliegtuigen verdwijnen,
Starbucks, cosmopolitan en Mojito’s op het dak van een duur hotel
en buitenlandse expats in hun mooiste kleren uit dure auto’s verschijnen.

Van Starbucks ren ik naar een neppe Gucci en koop een Dieselwatch die niet van echt te onderscheiden is.
Is dit Bangkok of Shanghai.
Ik roep Sawadeeka, maar sinds een dag of twee iets anders wat ik maar niet onthouden kan.

Mijn portemonnee wordt bevolkt door vier soorten geld. Ik betaal met Riel maar krijg Dollars terug. Het een deel je door twintig, het ander door vierhonderd, of doe je keer 0,90. Of misschien is het net anders.
Pad Thai is ingeruild voor een Cambodjaans gehucht.
Iets wat je moet hebben gezien, en je nooit kunt omschrijven.

De tijd vliegt, net zo hard als ik de grenzen over ging.
Ik ren om er bij te blijven. En ik weet niet waar ik blijf.

Tot een kind voor me staat. “You want to buy postcard?, 1 Dollar for postcard.”
Ik zeg nee.
“Do you want bracelet? One Dollar for bracelet.”
En ik zeg nee.
“Wat do you want?”
Ik: “I want nothing.”

En ik word er door neergehaald. Met mijn hoofd weer bij de wereld, mijn wereld. Maar ook die van een ander.
Grenzen vervagen, maar het verschil blijft.
En het kind zegt:

“One Dollar for nothing.”

Pauze…

14 september 2007

Ik ga niet op zoek naar mezelf. En hoop me daar ook niet te vinden.
Ik ga niet op zoek naar de liefde. Hoop niet dat ik haar daar ontmoet.
Ik ga kijken en hopelijk ook zien.
Ik ga maar doen, en ervan genieten.
Het land van de Singha en door naar Angkor Wat.
En daarna…
De jungle en misschien een wit strand, onbegaanbare wegen, al lang ontdekt gebied.

Ik ga alleen. En even met z’n twee.
Misschien dat ik klim, misschien dat ik val.
Misschien dat ik stop, misschien dat ik ren.
Ik neem mezelf mee. Met vaak een lach, soms een traan en een diepe zucht.
Kraaloogjes in de bus.
Ik kom weer terug. Het is maar voor kort.
Hopelijk bent u in de tussentijd niet naar een andere weblog gevlucht.

James Blunt – 1973