Twaalf

2010 Is het jaar dat de Lovedoctor en ik al in november het jaar begonnen te evalueren. ‘Jezus’ riepen we nog, ‘het is verdomme novémber’.
Aan haar kant van het scherm at zij zelfgemaakte maaltijdsoep, ik aan mijn kant at aardappelschijfjes en sla. Zij superfit, ik met een megakater. We hadden nog ruim anderhalve maand van dit jaar te gaan, maar wat de Lovedoctor betreft was het er wel tijd voor. Ja, het was zelfs hard nodig.
‘Was 2010 beter dan 2009?’ Vroeg ze me.
‘Ja’, antwoordde ik volmondig. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. ‘Zeker. En bij jou?’
‘Bij mij ook.’ Ze glimlachte een beetje. ‘Al had ik die stationcar voor mijn deur nou ook weer niet verwacht.’
Ik moest lachen. ‘Nee. Ik ook niet. Maar je bent nog steeds dezelfde hoor. Je zit alleen in een andere verpakking.’
Ze zuchtte.  ‘Ja. Dat is ook echt zo hoor.’ Ze keek even door het raam naar buiten. Daar stond-ie. Haar ogen glinsterden, maar ik zag ook een sprankeltje onwennigheid. ‘Maar anders moet je het zeggen.’
‘Doe ik.’
Stilte.
‘Nou, oké’, vervolgde ik, ‘misschien had ik niet verwacht dat je die stationcar zou ophalen op de dag dat we om cultuur gingen schreeuwen.’
Ze schrok op. ‘Nee maar dát was een agenda dingetje!’
Ik grinnikte een beetje. ‘Zeg nou maar gewoon dat je je leven betert.’
‘Ik beter mijn leven.’ Ze grinnikte nu ook. ‘En voor jou hebben we nog anderhalve maand te gaan om er nog wat van te maken.’ Triomfantelijk keek ze naar het scherm. In november.
‘Rotzak. We gaan volgend jaar later evalueren.’
‘Ja’, knikte ze. ‘Later.’

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *