(eerder gepubliceerd in het tijdschrift Polders & Wolkenkrabbers)
My best friend schrijft; visie van een achterblijver
Haar visum was rond en haar koffers waren gepakt, maar ook ik had alles in gereedheid gebracht voor haar vertrek.
In het weekend voor de kerst in alle haast nog naar de Mediamarkt gerend, waar het in tegenstelling tot de berichten helemaal niet zo slecht met de Nederlandse economie leek te gaan, om de laatste twee headsets die ze nog hadden aan te schaffen. Eén voor mezelf en één voor haar, als afscheidscadeau. Skype was gedownload en geïnstalleerd en er was een uitgebreid vergelijkend warenonderzoek op poten gezet naar de goedkoopste 0900-nummers om naar China te kunnen bellen. 123-bel, teledump, telestunt, hello-asia, beldewereld.nl, belbob, belgigant. Uiteindelijk eindigde belpiraat met stip op nummer 1. 0900-0196, één cent per minuut, toets het nummer in dat u wilt bellen en sluit af met het hekje…..
Schiphol, 3 januari. Samen met haar moeder en een andere vriendin. Ik ben niet van het type “kiss and go”, maar ik weet zeker dat de oplossing die zal leiden tot wereldvrede niet in een koffiebarretje op een luchthaven gevonden zal gaan worden, laat staan dat het mogelijk is om er op een fatsoenlijke manier voor lange tijd afscheid te nemen van beste vrienden.
Toen ze opstond om zich aan te sluiten in de rij voor de paspoortcontrole werd ik overvallen door een onverklaarbaar sterke drang om tijdens die laatste twintig meter nog een keer of tachtig naar haar te zwaaien. Ik heb zelfs nog op mijn tenen gestaan om nog een paar laatste glimpen van haar op te kunnen vangen tot ze uit het zicht verdween.
Ietwat ongemakkelijk troostte ik haar moeder en zette per trein de terugreis in naar Utrecht. En hoewel ik al die tijd gewoon op Nederlandse bodem was gebleven, voelde ik me heel erg “in Nederland”.
In de maanden die volgden spraken we elkaar met grote regelmaat. Van mijn nieuwe liefde was ze zelfs eerder op de hoogte dan vrienden in Nederland. Deels omdat ze door het grote tijdsverschil op de meest onchristelijke tijden te bereiken was.
Een enkele keer vergiste ik me in een cijfer en werd de telefoon beantwoord met een verwarde ni hao, dan weer hoorde ik alleen haar en zij mij niet, of andersom. Maar meestal liet de techniek ons niet in de steek en konden we ondanks de afstand wonderbaarlijk goed op de hoogte blijven van elkaars belevenissen.
Soms had ze heimwee en huilde ze, en soms schepte ze vrolijk op over nachtelijke taxiritten, wolkenkrabbers en winkelen bij Dior. Soms klonk ze eenzaam en soms vertelde ze enthousiast over nieuwe ontmoetingen. Soms was ik blij dat ik niet in haar schoenen stond. En soms klonken mijn verhalen maar saai in vergelijking met die van haar en had ik wel willen ruilen. Soms had ik medelijden en soms was ik een klein beetje jaloers. Soms hadden we elkaar niks te vertellen en soms zoveel dat het niet lukte.
Maar bovenal miste ik haar.
En ik wachtte tot ze terugkwam. Voor eventjes. En alsof ze nooit was weggeweest stond ze te wachten op perron 1 met haar rode fiets. En het werd weer laat.
En als vanouds….
—
Ik ging weg…..en liet haar achter. Visie van de Shanghaier
Ik ging weg, maar ook zij had alles in gereedheid gebracht voor mijn vertrek. Ik was al op Schiphol, zij kwam met de trein uit Utrecht. We aten en dronken nog wat bij de broodjeszaak, samen met mijn moeder en nog een vriendin; ik huilde en vroeg aan haar waarom ik dit toch weer op mijn hals had gehaald. Wie had deze beslissing voor mij genomen?
Ik wilde nog wat tijdschriften kopen, maar wist niet wie ik daarvoor mee moest vragen. Gelukkig werd de keuze voor me gemaakt en terwijl ik wegliep met haar had ik meteen het gevoel dat ik mijn moeder en andere vriendin in de steek liet. Of liet ik mezelf in de steek? Ik werd getroost maar we wisten beiden dat dit troosten was voor iets dat onvermijdelijk was. Iemand stopte nog een headset in mijn tas. En zei dat het goed kwam.
Ik ging door de douane en toen ik omkeek stonden drie dierbaren onmundig hard te zwaaien. Zij was op haar tenen gaan staan. Ze riep twaalf keer “je kunt het, je kunt het echt!” en zwaaide alsof ze nog nooit iemand weg had zien gaan.
We sms-ten het laatste half uur voor take-off vol en ik realiseerde me dat de vriendinnen die elkaar eigenlijk niet kenden naast elkaar in de trein zaten.
Voor mij.
Na mij.
En ik ging weg.
De maanden daarop belden we regelmatig. Soms ging het twee uur over mij, soms ging het twee uur over haar. Soms huilde ik, soms zij. Maar de meeste kwaliteit werd gehaald uit het denken aan elkaar. De momenten, de dagen, de weken dat we elkaar niet spraken. Want we wisten dat we er waren voor elkaar. En dat het goed was. Ookal weet ik van drie van haar vriendjes niet hoe ze eruit zien, die liefde van haar leven, ik was de eerste die wist dat ze met de prins (die op het witte paard) te maken had.
Wat doet iemand die alles achterlaat en helemaal voor zichzelf kiest. En wat voor mensen zijn dat toch die altijd trouw blijven. Waarvan je weet dat ze er altijd zijn. Die je weer ziet, op perron 1 met je rode fiets, weer in datzelfde café, weer naar de Mac en weer terug naar dat café. Precies als vanouds.
Niet omdat het moet, maar gewoon, omdat je zoveel van elkaar houdt.