Archive for the ‘China’ Category

cosmopolitan

1 mei 2007

Ik maakte een smoothie. Van sinaasappel, kiwi en banaan. Precies zoals ik het daar ook altijd deed. Dan ging ik even naar beneden, met de lift van 4 naar 1, het trappetje af, links en door de poort naar de straat. Tegen de bewaker knikte ik ni hao.
Hij zei soms wat terug. Op een goede dag kreeg ik zelfs een lach.
Bij het winkeltje haalde ik water en M&M’s, gele grote, of bruine met blauwe erin. Bij het mannetje fruit en op de terugweg langs de Koreaan voor sigaretten. Heerlijk, dat kleine rondje, het was net genoeg. En dan was ik wel weer klaar voor die dag.

‘s Avonds naar de bar. Dan zopen we ons klem aan cocktails en bier, of we bestelden een hele fles tonic en gin. Emmertje ijs erbij. Zat ik uren later midden in de nacht in taxi’s met open ramen. Nog grinnikend om die miljoenen gekke Chinezen. En die andere miljard. De wind die waaide door mijn haren, lampjes die schenen in mijn gezicht. Ik deed mijn best de boel binnen te houden en het cosmpolitisch idee, daar haalde ik al tollend net mijn huis mee.

Maar een cocktail daar is geen cocktail hier. Dat kan ook niet als je niets van ‘daar’ weet. Maar de teleurstelling die volgde op mijn verwachting doet mij beseffen dat ik van het verleden iets niet heb geleerd.
Ervaringen zijn van jezelf. Dingen die een ander niet zomaar van je overneemt.

Want hier is een cocktail een mixje.
En een smoothie een milkshake.
En behalve ik,
Is er geen mens die daar hier last van heeft.

Shanghai – deel 3, lekker vet

16 maart 2007

Ik kwam altijd langs drie McDonalds’, op mijn weg naar mijn werk. Daar had ik nooit zoveel moeite mee, want op de heenweg was het wat vroeg en op de terugweg wilde ik meestal gewoon naar huis.
Chinezen hadden wel altijd zin in de vette hap. ‘s Ochtends om acht uur al zaten de verschillende vestigingen van McD en KFC mudje vol hamburgerkauwende American-wannabe’s. Dat gold ook voor de Starbucks en wie het bedacht om op welk tijdstip dan ook naar de Pizza Hut te gaan, stond altijd in de rij.
Niet zozeer voor het eten, maar om westers te zijn.

McDonalds in het land van de rijst en de Starbucks na duizenden jaren thee, klopt dat wel? En zouden ze het lekker vinden, die hamburger met friet ‘s ochtends vroeg?
Als je het vraagt zeggen ze ‘ja’.
Maar het is antwoord krijgen op een vraag die verkeerd wordt gesteld.

Want voor Chinezen hoeft koffie niet lekker te zijn. Zolang men maar ziet dat je er mee loopt.
En Ikea hoeft niet mooi te zijn. Als je maar kan laten zien dat je er iets koopt.
Show, uitstraling en het internationale wil men laten zien in het land dat zich richt op westerse glitters aan de buitenkant, maar dat nog steeds oh zo Chinees is aan de binnenkant.

En vele uitdijende kinderen met hun kilo’s, kilo’s overgewicht zijn daar het keizerlijke resultaat van.

Shanghai – deel 2

9 maart 2007

plum-rain.jpg Ik woonde in het westen van de stad en als ik ‘s ochtends naar mijn werk moest, ging ik meestal op de fiets. Ook als het heel hard regende en hard regenen kon het in Shanghai. Plum rains noemen ze die buien, omdat het samenvalt met de ‘plum’oogst. En hoewel ik uit mijn plumthee weet hoe die plums eruitzien, heb ik de Nederlandse vertaling daarvan nooit helemaal kunnen vinden.
Ik ging op de fiets, want als het zo hard plensde was het krijgen van een taxi een grote hel. Ookal reden er toentertijd al veertigduizend taxi’s rond in de stad, alles zat vol. Dus zat er op zo’n moment niet veel anders op dan ofwel je aan te sluiten bij de paar honderd Chinezen die bij elke bushalte probeerden zichzelf bij de reeds miljoen Chinezen in de bus zelf te proppen, ofwel poncho -met petje!- aan te trekken en met nog miljoenen poncho’s door de plassen van Shanghai te wiebelen. En maar heel hard hopen dat het aantal plastic-in-mijn-gezicht-wapper-momenten tot slechts enkele tientallen keren zou worden beperkt.
Dat viel meestal tegen.
Soms haakte er iemand al fietstend met zijn stuur in het mijne, of reed een scooter gewoon op me in. Dat heb je weleens, denken de meeste Chinezen dan, maar ik kon daar toch niet zo goed mee overweg. Uit narigheid deed ik soms mijn iPod op, maar dat zag niemand en de enige consequentie die het had was dat je het toeteren van de enkele scooter die dat wel deed niet hoorde. En dat zorgt pas echt voor gedoe. Want in China betekent een toeter dat je moet blijven fietsen waar je fietst, en dan komt die ander wel om jou heen. Theoretisch, want echt goed gaat ook dat meestal niet. En dan vallen er weleens mensen en ook klappen.
Ik sloeg weleens terug, met woorden en soms met daden. Bingo, dacht ik dan. Maar meestal keek de bestuurder dan dommig om en reed vervolgens weg.
Had het gewerkt? Nee niet echt.
Niet heel bijzonder als je bedenkt dat er in China maar weinig mensen zijn die affiniteit hebben met ‘de ander’.
Maar als ik om me heen keek, zag ik dat niemand zich stoorde. Behalve die domme buitenlander.

Shanghai – deel 1

6 maart 2007

In topclub Park 97 dreunt Shakira al billenschuddend op de beamer de tent door. Westerse mannen kijken genoeglijk naar de beelden, en de hoeren die in real live om hun heen staan doen haar na. Een enkeling heeft genoeg whisky op en schudt lekker mee met de jonge mokkels die het voorzien hebben op gratis drankjes en hun portemonnee. De geilheid straalt er vanaf en cultuur doet er hier niet toe, geld en seks wel. ‘ A whisky and a sex on the beach’. De man is hitsig en ongeduldig, de barman kijkt ongeïnteresseerd en gooit nonchalant met wat flessen, omdat het moet. Een belachelijke vertoning en ook een belachelijk bedrag wordt afgerekend. Dit is het verre van goedkope gedeelte van China. Dit is Shanghai en een pleziertje in het verre oosten kost wat.

Buiten heeft het gesneeuwd en ik zit in een taxi. Iedereen is zenuwachtig van de plotselinge kou en bij de aanblik van alle ijsbanen en taxi’s die op dezelfde voet verdergaan als altijd, schudden oma’s afkeurend hun hoofden. Boem, daar gaat weer iemand op zijn snater. Men valt hard. Tussen miljoenen Chinese Michelinmannetjes loopt een del die de rest van de wereld zelfs hartje winter de aanblik van haar benen niet wil onthouden. Ze stapt parmantig op haar hakjes over de hoopjes sneeuw die door de de straatvegers worden opgeruimd. Bijna gaat ze onderuit, maar herstelt zich snel voordat iemand het ziet. Haar geblondeerde haar beweegt er niet van, ze zit net zo strak in de spray als in haar schamele kleding.
Koud gearriveerd in het midden van de nacht vind ik dit nogal wat. Ik kom net terug uit Nederland en word vanaf Pudong vliegveld naar mijn appartement gereden. De chauffeur kijkt voornamelijk achterom naar mij. Hij vergeet ervan op het verkeer te letten en met een hand op de claxon en de ander nonchalant op de versnellingspook baant hij zich vol overmoed een weg tussen de andere glijers op de nachtelijke Shanghainese wegen. Hier is het altijd druk. Mijn wijsvinger zoekt regelmatig mijn voorhoofd en de chauffeur lacht zich een ongeluk.
Drie kwartier glibberen later staan we voor mijn deur. Ik hoor een mond vol Chinese woorden mijn kant op komen en ik versta het nog steeds niet.
De chauffeur kijkt mij verbaasd aan om zo weinig taalgevoel, lacht nog maar een keer en schudt zijn hoofd. Dit komt nooit goed met die rare buitenlander. Ik reken af en voordat ik korzelig het portier heb dichtgegooid rijdt hij al weg. Op de naar de volgende klant die je in deze megastad maar een keer ziet en daarna nooit meer. Op naar een del, een zakenman of een doodnormale Chinees misschien.
Twee stappen zet ik en baf. Nog geen seconde later maak ook ik van dichtbij kennis met de Chinese sneeuw. Welkom terug in Shanghai, die sneeuw zal je nooit meer vergeten, dat wordt morgen spierpijn. Ik ben er weer. Back home from home.

Wordt vervolgd…

home sweet home

27 februari 2007

Ik heb een tijdje in Shanghai gewoond. En toen ik wegging was het feest. Niet omdat ik wegging, maar gewoon, omdat er weer een reden voor was. Als afscheidscadeau kreeg ik van een vriendin een t-shirt dat ze tot pyjama had gebombardeerd. Donkerblauw met het kengetal van Shanghai erop en ik zou hem pas aan mogen als ik met de liefde van mijn leven in bed lag, vertelde ze erbij.
Daar heb ik me maar niet aan gehouden.

Van mijn twee flauwekulvrienden kreeg ik ook een t-shirt. Twee zelfs. Eentje was geel met de bling blingende tekst Try Girls Do It Better -wat een oppepper- en eentje met een foto van mezelf erop.
De meest gênante foto die ooit van me genomen is en die ziet er als volgt uit: Ik met een oranje t-shirt aan -het was Koninginnedag-, een oranje pet op -kan het erger-, mijn tong uit mijn mond en ik leun naar voren in een dronken-hoer-neem-me-nee-ik-maak-maar-een-grapje-pose.
Ik heb hem zojuist voor het eerst aangehad.
Als t-shirtje eronder.
En ik heb nog nooit zo gehoopt dat ik niet zou verongelukken, niet door mijn enkel zou gaan, niet op sterven na dood neer zou vallen of in een goot gevonden zou worden.

Thank god en ik was weer thuis.